Humans of SNV: Sara & Anna

“Wij zaten samen nog in de buik van mama toen zij en papa deze tuin kochten. Ze woonden op een bovenwoning en wilden ons toch een buitenleven kunnen geven.” De tweeling Sara en Anna van 13 jaar is opgegroeid op SNV. Wonend in een bovenwoning in Rotterdam West kwamen ze als pasgeboren baby al op de tuin. Met twee babybedjes in het tuinhuisje kon het gezin er even uit zijn terwijl het toch alle voorzieningen binnen handbereik had. Met ieder jaar dat ze ouder werden, werd het tuincomplex een stukje groter voor ze. “De eerste jaren stond er nog een doolhofje van struikjes in onze tuin van de vorige eigenaar, daar kropen we dan doorheen. Hoe ouder we werden, hoe kleiner dat doolhofje leek en hoe meer we ons bewogen over het hele SNV terrein.” Het feit dat iedereen elkaar kent, maakt dat SNV soms aanvoelt als een dorp volgens de tweeling. Je let op elkaar en elkaars kinderen, helpt elkaar met tuinieren maar ook met andere zaken sta je voor elkaar klaar.

Ze leerden er lopen en fietsen en ieder kinderfeestje werd op SNV gevierd, met speurtochten over het hele terrein. In de lente en zomer slaapt het gezin ieder weekend op de tuin. Praktisch iedere dag gaan ze vanuit school direct naar de tuin, het is net zozeer hun thuis als de woning in West. Sara: “We hebben ons echt ontwikkeld hier. We hebben veel geleerd over de natuur, maar juist ook over omgaan met mensen van alle leeftijden en achtergronden. Het is daarom ook zo verdrietig en zonde als de tuin verdwijnt voor al die kleine kinderen die op SNV in alle rust kunnen opgroeien.”

Ze wonen, tot de oplevering van een nieuw huis, in een tijdelijk huurwoning met achtertuin. “Onze ouders beloofden ons lang geleden dat als we ooit een achtertuin kregen, we een konijn mochten. Daar hebben we ze aan herinnerd.” Het meest bijzondere aan SNV vinden ze de rust. Anna: “Als je het hek doorkomt dan is het gelijk rustig en ben je middenin de natuur, alsof de drukte van Rotterdam niet bestaat. Rondom ons woonhuis is het nooit stil. Deze zomer bleven we voor het eerst alleen met vriendinnen logeren in een tentje in de tuin. Dat was spannend maar ook heel vertrouwd, want iedereen kent iedereen.”

Foto: © Mark Engelen

Humans of SNV: Ilker

Begin december 2020 hebben Ilker, zijn vrouw en hun twee dochters een tuin op SNV weten te bemachtigen. “Toen Corona kwam, misten we het buitenleven. De parken in Rotterdam werden in de zomer steeds drukker en omdat mijn ouders naast ons wonen, zijn we extra voorzichtig”.

Ilker werkt als beleidsadviseur bij een gemeente en zit daarom nu dagen achter zijn computer, van ‘s ochtends tot ‘s avonds laat. Om de dag start hij zijn ochtend, voordat het werk begint, met een kop koffie op de tuin. Om even tot rust komen, buiten te zijn, na te denken en even een praatje te maken met het bestuur of andere tuinders. “Als je door het hek gaat, laat je alles even los. Wat me echt opvalt is dat de mensen die binnenkomen er anders uitzien en een andere blik op hun gezicht hebben dan de mensen die weggaan”.

Al is Ilker nog maar net lid bij SNV, het voelt voor hem nu al als een familie. Hulp en adviezen komen van alle kanten. Toen zijn schoonmoeder een aantal weken haar verjaardag vierde in de tuin, hielp mede tuinder John hen met het repareren van de kapotte kachel. Zo werd het toch nog een gezellig en warm feest. “Ik ben nul procent technisch en kan niet bouwen of een schroef ergens indraaien. Dat leer ik nu heel snel, door gewoon te doen. Wat ik nog graag wil leren is hoe ik moet tuinieren, daar heb ik nog niet zoveel verstand van. Mijn buren Nico en Kees hebben daar veel ervaring in, en helpen me graag.`

Niet alleen Ilker, maar ook zijn dochters vinden het geweldig op de tuin en leren een hoop. “Gisteren waren we op de tuin, het regende heel hard. Gehuld in een regenpak hielpen de meiden me met klussen. Ze stoppen hier met het kijken naar de tablet en tv en zijn lekker buiten. Dan maakt het ze echt niet meer uit dat het regent!”.

Foto: © Mark Engelen

Humans of SNV: Margit

“SNV nivelleert en vormt een samenleving die ondanks alle verschillen perfect functioneert.

Acht jaar lang had Margit met haar gezin een tuin op SNV. Toen ze een huis kochten aan de Essenburgsingel met een diepe tuin, werd een volkstuin te veel en verlieten ze SNV. Althans, ze verkochten hun tuin, want SNV hebben ze nooit verlaten. Margit komt regelmatig naar SNV om langs te gaan bij vrienden voor een kop koffie en om een beetje te rommelen in de tuin. Ook haar twee tieners bezoeken op SNV nog regelmatig vrienden. “Een tuin bij je huis is toch anders. We wonen prachtig en hebben een 20 meter diepe achtertuin. En toch vragen mijn kinderen nog geregeld: zullen we weer een tuin op SNV nemen? Dat ’s avonds hier komen na het werk en dan samen eten op de tuin missen we wel. Op SNV heb je het gevoel dat je even in een andere wereld bent.”

Wat SNV volgens Margit zo bijzonder maakt, is dat het zo dicht bij een stadswijk ligt. Tijdens Corona liepen zij en haar man geregeld rondjes over verschillende volkstuincomplexen en merkten ze dat het vaak terreinen achteraf zijn waar je niet toevallig langskomt. SNV maakt echt onderdeel uit van de woonwijk en is op die manier heel toegankelijk voor buurtbewoners die het als park gebruiken voor een ommetje of tijdens de zomermaanden hier verkoeling kunnen vinden door de vele beschutte plekjes. En er ook welkom zijn, ze worden niet vreemd aangekeken.

Wat ze ook zo uniek vindt aan SNV is de menging van mensen met allerlei achtergronden. Andere volkstuinvereniging zijn soms vrij elitair of juist heel volks of kennen helemaal geen moestuinen meer. `Op SNV heb je alles; van oude Rotterdammers die de tuin al generaties in bezit hebben tot nieuwe Rotterdammers die vanuit alle windstreken komen en van alle leeftijden en achtergronden zijn. Je ontmoet hier mensen die je normaal gesproken nooit tegenkomt en omdat je allemaal met hetzelfde bezig bent, maak je makkelijk contact. Zo groet iedereen elkaar hier ook, of je elkaar kent of niet. Zo is je sociale status ook totaal niet relevant binnen de tuin. Iedereen loopt op oude schoenen en is in de tuin bezig. Net als in een zwembad ben je gestript van kleding die je sociale status verraadt. SNV nivelleert en vormt een samenleving die ondanks alle verschillen perfect functioneert.”

Foto: © Mark Engelen

Humans of SNV: Irma en Jörn

Humans of SNV – Als ik de tuin opkom zijn Irma en Jörn drie verkleumde bijen aan het redden, ze liggen onder een glas met een klompje honing op de kachel en zijn net aan het bij-komen. ‘Net als iedere boom, is iedere bij er een.’ Sinds een paar jaar hebben ze een bijenkast, waar inmiddels twee volkeren zijn uitgezwermd en één wild volk, van de zomer, spontaan de lege bijenvilla weer is ingevlogen. Een deel van de honing gebruiken ze zelf en de rest is voor de bijen.

Irma en Jörn, oorspronkelijk uit Duitsland, zijn beide architect. Irma heeft zich een paar jaar geleden omgeschoold tot landschapsarchitect nadat ze in de crisis haar werk verloor. De tuin heeft een belangrijke rol gespeeld in deze keuze. ‘Ken je het verhaal van de tijger en de beer, van Janosz, op zoek naar Panama?’ vraagt Jörn. ‘Die blijven maar reizen en reizen op zoek naar een mooie plek. Op gegeven moment komen ze ergens, waar het zo verschrikkelijk mooi is, dat ze denken dit moet wel Panama zijn. Tot ze doorkrijgen dat ze weer thuis zijn.’ Zo reisden Irma en Jörn ooit stad en land af, op zoek naar een vakantiehuisje, tot ze van een Duitse collega hoorden over SNV. Veel dichterbij en goedkoper dan gedacht, lag hun eigen paradijs om de hoek.

Als de tuin verdwijnt wil Irma alles meenemen, met iedereen erbij. In feite zouden ze hun woonhuis eerder kunnen opgeven dan de tuin. ‘Die tuinen hebben een verleden, met een karakter, dat kun je niet zo snel weer terugvinden. Het is een eigen identiteit. Heel veel van die tuinen hier op het complex hebben dat, je leest het echt af, dat het hier al zolang bestaat.’

Foto: © Mark Engelen

Humans of SNV: Irina, Vlad en Sonia

‘SNV vormt de longen van West, die kun je niet wegnemen, zonder kan je niet leven.’

De Roemeense Vlad en Russische Irina kwamen ooit naar Nederland voor studie en wonen sinds een paar maanden in het Nieuwe Westen, waar dochter Sophie werdgeboren. Beide zijn grafisch ontwerper, Vlad heeft zijn eigen studio en Irina geeft les aan de Willem de Kooning Academie en het Piet Zwart Instituut.
 
Ze vinden het heerlijk in het Nieuwe Westen, waar ze een totaal andere kijk hebben gekregen op de Nederlandse samenleving. Er is meer diversiteit dan in hun vorige woonplaats Breda en mensen groeten elkaar op straat. Kennissen gaven hen ooit de raad om vooral niet in Rotterdam te gaan wonen. De gevaarlijke arbeidersstad waar geschoten wordt. Dat bleek mee te vallen. Ze houden van de dynamiek van Rotterdam: “Het leven hier is realistisch, je ziet ook armoede op straat, dat bestaat en moet je niet vergeten.”
  
In hun geboortelanden is veel natuur, daar groei je mee op. Irina: “Als je in Moskou woont, heb je een datsja (huisje op platteland) of je kent iemand die dat heeft. Hier in de betonnen stad is veel gras, maar dat is geen natuur. Dat stimuleert geen biodiversiteit; er is geen andere geur, kleur, luchtvochtigheid. Toen we bij vrienden kwamen op SNV dachten we: wat een paradijs! Onze vrienden gaven me tijdens mijn burn-out een sleutel van hun tuin, waar ik dagenlang aan het tuinieren was. Zodra we op SNV waren, planten zagen groeien en de grond voelden, werden we weer mens. In 2017 konden wij ook een paradijsje op SNV kopen en hebben we een woonhuis gezocht dat dichtbij de tuin ligt.”  

Vrienden met kinderen en collega’s komen er op bezoek en Irina geeft er tutorials voor haar studenten. “Al deze kennis die je opdoet. Niet alleen denken, het is ook voelen met je lichaam, er zijn, absorberen, wachten, waarnemen. Als SNV verdwijnt, zou dat ook een verlies voor de stad zijn. Het zijn de longen, zonder kun je niet leven. Alles is van beton, alleen parken zijn van gras, maar dat is geen natuur. Ik weiger te geloven dat de gemeente de waarde hiervan niet begrijpt.” 

Foto: © Mark Engelen

Humans of SNV: Musa Gökmen


‘We hebben op SNV geleerd durf te hebben, gewoon doen!’

Musa woont samen met zijn vrouw en drie zonen in Rotterdam Noord. Toen hij bij kennissen op bezoek kwam op SNV, was zijn vrouw verkocht en wilde ze direct een tuin. Musa nam het niet zo serieus, hij had geen tijd en wilde helemaal geen tuin. ‘Ga maar zelf zoeken’, zei hij tegen zijn vrouw Kevser, die zich direct inschreef en ging rondkijken. Niet veel later zette Kevser een handtekening onder een contract en zo kregen zij een stuk gras in hun bezit. Musa moet er nog om lachen: ‘Ik wilde helemaal geen huis bouwen, ik had geen idee hoe dat moest!’
 
Zonder enige kennis begon hij en al doende leerde hij. Trots vertelt Musa dat hij vrijwel alles zelf deed: isoleren, dubbele ramen plaatsen, terras aanleggen. Dat heeft hij geleerd op de tuin: durf hebben. Het gezin woont in een klein bovenhuis waar het in de zomer ontzettend warm is. Op SNV is ruimte, je kunt er heerlijk slapen en studeren, Musa heeft een bijenkast en ze kweken groenten. In de zomer komt hij na zijn werk bijna iedere dag op de tuin. Grasmaaien, met de buren praten, mensen helpen, nieuwe kennissen opdoen; het sociale leven is belangrijk voor hem. Vrienden en familie komen graag langs, het is er als een klein dorp. Zo vierden ze er met 50 gasten Ramadan op de tuin, waarbij de tuin was rijkelijk was versierd met lampjes en kaarsjes.  

Toen ze het sloop nieuws van de tuin kregen, hebben ze van verdriet nachten niet geslapen. “Dit groene plekje moet blijven, het is belangrijk voor Rotterdam. De tuin is al zo oud, die grote oude bomen kun je niet zomaar wegzagen.” Het wordt stil. Hij veert op: “Als we mogen blijven, moeten we feest vieren! Met elkaar.”

Foto: © Mark Engelen


Humans of SNV: Jaap

“De tuin is voor Filip de enige plek waar hij zelfstandig naar buiten kan. Thuis kan dat nooit, daar is hij altijd binnen. Hier kan hij zichzelf zijn.”

Jaap woont met zijn vrouw Ankica en zoon Filip (12 jaar) in het Nieuwe Westen, vlakbij het Mathenesserplein. Na de geboorte van Filip adviseerde een vriend hen eens op SNV te komen kijken, een perfecte plek voor Filip. Ze gingen langs en ter plekke besloten ze een eigen tuin met huisje te zoeken. De tuin die zij wisten te bemachtigen op SNV speelt drie seizoenen per jaar een grote rol in hun dagelijks leven. In de winter is die rol wat beperkter, hoewel ze ook in de winter geregeld op de tuin eten. In het voorjaar en de zomer leven ze praktisch een half jaar in de tuin. Alleen bij extreem slecht weer gaan ze naar huis. “Het is fantastisch, op nog geen 10 minuten van je huis kom je door het hek en je komt in een compleet andere wereld; alles valt van je af. En de tuin is voor Filip de enige plek waar hij zelfstandig naar buiten kan. Thuis kan hij nooit zonder begeleiding naar buiten, nooit, nooit, nooit! Hij is altijd binnen. Hier op het complex kent iedereen hem, hij kan zijn eigen gang gaan en zichzelf zijn. Dat is alles waard. Hij praat met iedereen en leert veel door het contact met andere mensen. En voor ons is dat ook een paradijs. Filip zelf zegt er niet zo veel over, maar hij heeft het wel door, hij is zich bewust van het feit dat de tuin misschien verdwijnt en dan zegt hij: we moeten de tuin houden. Filip is altijd blij en gelukkig, hij zit nergens mee”.

De contacten met de buren op het tuincomplex zijn zeer belangrijk, grappig genoeg meer nog dan met de buren in hun woonwijk. “Als je hier je  tuin uitloopt, kom je iemand tegen, je zegt gedag en soms drink je  samen even een kopje thee. Dat gaat hier zoveel gemakkelijker dan op de plek waar we wonen, ook al zijn dat doodgoede mensen.” Al hebben meerdere mensen uit hun woonwijk een tuin bij SNV, dus zien ze elkaar in de wijk en op de tuin, een soort dubbele sociale inbedding.  Dat maakt het contact veel intensiever, je deelt lief en leed. Als de tuin opgeheven wordt, is dat dan ook dramatisch voor Jaap, Ankica en bovenal Filip. Ze wonen in een dubbel bovenhuis zonder buiten. Ze zijn het tuinleven op deze manier na al die jaren zo gewend geraakt, dat ze niet zouden weten hoe het anders moet. “De tuin is een noodzaak geworden voor Filip.” 

Foto: © Mark Engelen

Humans of SNV: Sarah

“Ik moet er niet aan denken dat de tuin verdwijnt, dan gaan we de stad uit. Een tuin bij een andere vereniging nemen heeft geen zin, dan worden we daar weer bedreigd.”

Sarah is 27 en woont samen met Milan en zoontje Micha van 1,5 jaar 3-hoog op een 2-kamer appartement, dat Sarah ook wel het ieniemienie poppenhuis noemt. Ze is dan ook het hele jaar door in de tuin te vinden. Naast de zorg voor zoontje Micha, volgt ze in Antwerpen een opleiding tot herborist. Dat houdt in dat ze producten uit haar tuin gebruikt om onder meer natuurlijke cosmetica te maken. Zo maakt ze van calendula bloemen zalf en oliën. De tuin is dan ook essentieel voor haar opleiding en haar producten.

Het tuinleven speelt een grote rol in haar familieleven. Haar zus en broer hebben ook een volkstuin bij SNV en de rest van de familie komt dan ook veel op bezoek. Toen ze de tuin 5 jaar geleden kocht, was ze niet echt met plantjes bezig. Het was vooral genieten en barbecueën. Ruim twee jaar geleden kwam vriend Milan erbij. Toen ze een burn-out kreeg, verbleef ze vaak in de tuin en ontdekte ze dat de rust en het werken in de tuin, zonder druk van de buitenwereld, helend werkten. Ieder klein project, soms zo simpel als het uitgraven van een plant, gaf voldoening en dat voelde beter dan depressief wegzakken thuis. Op dat moment besloot ze zich meer te gaan verdiepen in de tuin, zo maakte ze voedselbosjes en probeert ze haar leefomgeving in te richten volgens de Permacultuur, wat ecologisch duurzaam is.

Vooral toen Corona toesloeg en alle sociale contacten wegvielen, werd de tuin nog belangrijker. Naast het vinden van rust middenin de natuur, kan haar zoontje ook vrij spelen zonder gevaren van verkeer en heeft ze veel contact met andere jonge gezinnen. Daarnaast vindt ze SNV ook bijzonder door de grote diversiteit; verschillende soorten tuinen (van tuinkaboutertuinen tot natuurlijke tuinen), verschillende culturele achtergronden, jong en oud die goed samenleven en ook de hoge bomen die op het complex staan, maken SNV anders dan volkstuincomplexen die vaak kaal, laag en nieuw zijn.

Foto: © Mark Engelen

Humans of SNV: Sigrun

It takes a village to raise a child. En dat groene dorp vind je op SNV.” 

“Zonder mijn volkstuin, zou ik niet in de stad kunnen leven”. Dat klinkt gek, maar als je Sigrun wat beter leert kennen, snap je waarom het buitenleven zo belangrijk voor haar is. Sigrun woont samen met haar 3 kinderen en hun vader in het Nieuwe Westen. Ze groeide op in Oost-Duitsland in een vrijstaand huis met een tuin van 2000m2, met ouders die beide tuinder waren. Als kind hielp ze haar ouders vaak met het verbouwen van allerlei groenten die toentertijd niet in de supermarkt te verkrijgen waren. Groene vingers heeft ze nog altijd; Sigrun werkt al jaren als landschapsarchitect en ontwerpt speelnatuurgebieden. In 2000, toen ze werkte voor de Speeldernis, kreeg ze een tuin op SNV. “Toen ik naar Rotterdam kwam heb ik 1,5 jaar geen tuin gehad, dat was verschrikkelijk. Ik zit niet graag in een park, ik wil wat doen in het groen. Tuinonderhoud is voor mij geen last, maar een eerste behoefte. Het is voor mij belangrijk om bezig te zijn met bodem, planten, water en beesten”.

Haar kinderen zijn grootgebracht op de tuin. “Ken je de uitspraak: it takes a village to raise a child?” vraagt ze. “Dat is iets wat in een stad moeilijk kan, vooral door het gebrek aan sociale- en verkeersveiligheid.” Op SNV kan dat wel, kinderen kunnen zelfstandig lopend of fietsend het terrein over. Ze zijn hier niet voortdurend onder het oog van hun ouders, maar groeien op tussen verschillende culturen en leeftijden. Sigrun is mede-initiatiefnemer van het kleine speeltuintje op SNV, waar kinderen hutten kunnen bouwen, elkaar kunnen ontmoeten in de wilgentunnel en heksensoep kunnen maken van de verschillende planten. 

De liefde voor natuur is nu ook op de derde generatie overgebracht. Al haar kinderen komen graag op de tuin, en een van haar dochters heeft zelfs een eigen tuin op SNV, naast die van Sigrun. Vrienden maken dankbaar gebruik van de tuin en passen geregeld op. Niet alleen mensen genieten ervan. Zo’n 1,5 jaar geleden spotte Sigrun een wasbeer op haar erf, die ontsnapt was uit Diergaarde Blijdorp en onlangs stond ze oog in oog met een grote uil. Waar kom je dat nou nog tegen in de stad? 

Foto: © Mark Engelen

Humans of SNV: Nejet & Taoufiq

“De kinderen en wij kunnen niet meer zonder een tuin.”

Nejet en Taoufiq wonen in een appartement bij Coolhaven, samen met hun 3 kinderen: Safae, Dalil en Naoufel.  Ze probeerden vaak met hen naar buiten te gaan, maar telkens iets verzinnen werd steeds lastiger en het verlangen naar een tuin steeds groter. Toen een klasgenootje een verjaardagsfeest op SNV hield, waren ze totaal verbaasd. Ze waren eerder naar volkstuinverenigingen wezen kijken, maar hadden soms het idee dat ze er niet hoorden. Bij SNV voelden ze zich, mede door de diversiteit aan tuinders, direct welkom. In mei konden ze een tuin kopen en de tuin werd gelijk een verlengstuk van hun woonsituatie. De kinderen hebben er alle ruimte en vrijheid. De tuin zit op de route van huis naar school en op woensdagmiddag gaan ze vaak van school door naar de tuin. Ieder weekend zijn ze er; gras maaien, onkruid wieden en vuurtje stoken. “Het is steeds een beetje vakantie. Hier kunnen we alles loslaten en onze hoofden even uitzetten.”

Het gezin is ook bewuster van energie. Thuis branden lichten vaak onnodig, maar hier roepen ze tegen elkaar dat de accu van het zonnepaneel dan zo leeg is. Zo ook met de gasfles, ze zijn zich meer bewust van primaire zaken. Ze hebben ook al geslapen in het tuinhuis en in de ochtend speelden de kinderen direct buiten: kleren en laarzen aan en gaan. De kinderen hebben veel energie, maar toen ze voor het eerst een mooi rupsje zagen, zaten ze ademloos te kijken. Dat aardbeien niet in de supermarkt groeien, maar samen met de komkommers en wortels in de tuin staan, is goed om te zien. Het besef van natuur is van grote waarde voor de ontwikkeling van kinderen.

Het echtpaar was dan ook totaal van slag toen het bericht kwam over het eventueel verdwijnen van een deel van SNV. Taoufiq: “Het enige wat ik nog kon denken was: nu moeten we verhuizen. Hoewel we heerlijk wonen, kunnen wij, maar zeker ook de kinderen, niet meer zonder een tuin. Nergens in Rotterdam vinden we een betaalbaar huis met zoveel buitenruimte en woongenot als de combinatie van het appartement met de tuin”. Taoufiq is een echte Rotterdammer en opgegroeid in deze wijk; hij zou niet weten waar hij naartoe moet.

Foto: © Mark Engelen