Hij is al 20 jaar weg bij SNV maar er zullen nog genoeg tuinders zijn die hem kennen. Joop van der Meer inmiddels 90 jaar oud, wat hem niet aan te zien is en ik had hem zeker 15 jaar jonger geschat, is een actief lid van SNV geweest. Hij heeft van 1947 tot en met 1989 een tuin op ons complex gehad.
Via een collega hoorde hij dat er een tuin vrij kwam op SNV. Het was toen nog een kale vlakte met alleen moestuinen. Een paar jaar later kwamen pas de heggen die er nu nog steeds staan. Het complex was in die jaren vele malen groter dan het huidige SNV. In het begin mocht er alleen een gereedschapskist op staan en later heeft hij er een klein huis op gebouwd.
Joop werkte in de continudienst bij het GEB, eerst als gasmaker en later in de elektra. Dit maakte dat hij veel tijd voor zijn tuin had. Als hij ‘s middags moest werken ging hij ‘s morgens in de tuin aan de slag, werkte in de vroege dienst dan was hij ‘s middags in de tuin.
Van de opbrengst van de tuin had het gezin van der Meer met 3 kinderen goed te eten. Zijn vrouw, had het in de zomer ook druk met het inmaken van alle groenten. Thuis op de zolder stonden dan rekken vol met de weckpotten, een kleurig gezicht.
In de 42 jaar dat hij met zijn vrouw en kinderen op de tuin zat heeft hij vele mensen zien komen en gaan en ook vele besturen meegemaakt. Vooral in het begin toen er een driekoppig bestuur was werd er streng gecontroleerd. Iedere zaterdag werd er door het bestuur een rondje gemaakt en werden de mensen direct aangesproken als het een troep was op hun tuin. Ook de vrijwilligers van de materieelloods konden in niet mis te verstane bewoording tuinders aanspreken die het geleende gereedschap niet op tijd terugbrachten.
Ook in die tijd bestond er al algemeen werk op zaterdag. Maar omdat Joop in de continudienst werkte was het algemeen werk op zaterdag lastig. En is hij bij de inkooploods gaan staan. Daar konden de tuinders terecht voor bouwmaterialen, grond, zand en cement. Een afgestreken kruiwagen zand kostte in die tijd een gulden. De meeste tuinders probeerden toch hun kruiwagen zo vol mogelijk met zand te doen. Alleen bij het wegrijden over een hobbelig terrein waren ze de extra scheppen al kwijt. Er werd in de loods veel verkocht en het was ook altijd druk. Later is hij de acculoods gaan doen. Ook grasmaaien op het complex heeft hij gedaan. Om alle veldjes te maaien met de grasmachine uit die tijd was hij een hele dag bezig.
Joop is ook een muzikant en speelde tot voor kort nog zelf trompet. Zijn – inmiddels overleden – vrouw Marie kwam met het idee om een zangkoor op te richten op SNV en deed een oproepje voor zangers in het clubblaadje. De belangstelling was erg groot en er werd meteen een koor opgericht. Uniek, want SNV had als enige tuinvereniging in Nederland een koor en het bestond ook alleen uit leden van de tuinvereniging. Er werd veel opgetreden bij andere volkstuinverenigingen in Rotterdam. Ook waren er uitvoeringen elders in de stad want het koor genoot een goede bekendheid. Het koor was een grote passie voor het echtpaar van der Meer en Joop is 20 jaar dirigent van het koor geweest. Hij heeft nog vele foto‘s van het optreden en ook nog wat krantenartikelen.
Wat hem nog goed bij staat is dat vlak voor een groot optreden in de stad het clubhuis van SNV door een brand verwoest werd. Ook het orgel van het koor stond in het clubhuis en daar was weinig meer van over. Wat nu met het geplande optreden. Gebeld naar de organisatie waar opgetreden zou worden en zij hadden gelukkig een klein orgel staan zodat het optreden door kon gaan. Het was gebruikelijk dat het koor een kleine vergoeding kreeg voor het optreden en dat kregen ze deze dag ook plus nog 100 gulden als bijdrage voor en nieuw orgel. Joop zingt nog steeds maar nu in het Groot Rotterdams koor.
SNV had een rijk verenigingsleven en als iemand een leuk idee had dan werd het uitgevoerd. Zo is er jaren een gekostumeerd voetbalwedstrijd geweest. Ook was er een trimclub waar Joop aan meedeed. Er werden ook wedstrijden in verschillende afstanden georganiseerd en ook hier was de belangstelling erg groot en er deden ook lopers van buiten de regio aan mee. Het echtpaar was inmiddels verhuisd van Rotterdam west naar de Beijerlandselaan op Zuid. Regelmatig ging hij ‘s morgens hardlopen naar de tuin en dan ‘s middags weer hardlopend terug naar huis.
Voor de aanleg van het Roel Langerakpark moesten veel tuinen op het complex verdwijnen en ook de tuin van Joop hoorde daarbij. Hij kreeg een andere tuin bij SNV ,de plek waar nu het milieupark is. Het was in het begin erg wennen want vlak bij het huis werd geparkeerd en het dichtslaan van portieren was ‘s avondslaat goed te horen. Ook stonden vlak voor zijn tuin de afvalcontainers op een grasveld wat een stankoverlast veroorzaakte. Joop had meerdere malen gevraagd aan het bestuur of de containers niet ergens anders konden staan. Er werd niets mee gedaan totdat Joop op een zondag morgen alle containers voor het clubhuis heeft gezet. Ze zijn daarna nooit meer voor zijn tuin neer gezet. Heimwee naar zijn eerste tuin heeft hij altijd gehad. Zijn huisje heeft hij wel mee kunnen nemen en in de nieuwe tuin kunnen plaatsen. Met zijn schoonzoon heeft hij eerst een stenen muurtje gebouwd en vervolgens is zijn houtenhuisje verplaatst. Met lange stangen en van binnen geschraagd is het door een grote groep tuinders naar de nieuwe plek gedragen. Joop had al een krat bier klaarstaan in zijn gereedschapkist maar toen het huisje geplaatst werd kreeg hij de kist niet open. Naast het huisje had hij ook een grote kas van 4 bij 4 meter. Met een pad in het midden en aan weerzijde komkommerplanten opgehangen aan draden leek het wel een oerwoud van komkommers. Ook stond er een perzikboompje in de kas. Op een dag kwam Joop de kas in en zag tot zijn verbazing een paar grote perziken hangen. Helaas niet van de boom zelf maar door familie met een touwtje opgehangen in de boom.
In de 42 jaar dat Joop op de tuin zat heeft hij veel meegemaakt op SNV. Zo is er een periode van vele inbraken geweest. Door de tuinders werden een clubje opgericht om ’s nachts de boel in de gaten te houden. Ook Joop deed daar aan mee. Op een nacht waren ze met 4 groepjes op het complex aan het waken. Via portofoons hadden de groepen contact met elkaar. Het groepje van Joop hoorde dat er 2 mannen het complex opkwamen en in hun richting liepen. Ze lagen op het dak van de gereedschapsloods en konden de mannen goed horen. De groep die bij de ingang waakte hadden inmiddels de bougie in de auto eraf gehaald. In plaats van 2 inbrekers bleken het politie agenten te zijn die een ronde deden over het tuincomplex.
Joop heeft vele goede herinneringen aan SNV en dit artikel is gewoon te kort om het allemaal te vertellen en vraagt om een vervolg.
Interview voor Schoffelen 2010-01 februari